Na weer een drukke week met veel OK's is het vrijdag
gelukkig even rustig, tijd om aan de scriptie te werken. Zaterdag lekker
lunchen met een van de Indonesische studenten, wat een verademing om Italiaans
te eten.
Natuurlijk is de 'gelato' niet zoals in Italië, maar it will
do!
Zondag gaan we lekker naar het zwembad met de familie waar
we goed verwend worden met gebakken banaan en andere lokale lekkernijen. Daarna
met de hele familie gezellig uit eten in de Tran Studio Mall, een enorm
winkelcentrum vlakbij het strand van Makassar (strand is niet echt om over naar
huis te schrijven, anders hadden we ons daar natuurlijk al wel vaker begeven
;-)). Gezellig gegeten in een hele hippe loungebar. Daarna snel inpakken want
morgen begint het echte avontuur.
Met de Familie!
Maandagochtend vertrekken we op tijd naar de bus-stop om
daar op de bus naar Toraja te stappen. Als we vragen hoe laat de bus vertrekt
wordt gezegd: 9-ish.. Uiteindelijk vertrekken we dus om half 11. We zijn de
bocht nog niet om en we horen overal al zakjes kraken: er moet gesnackt worden!
Al lachend maken we grapjes over hoe lang het nog zal duren voordat we stoppen
voor een plaspauze als de bus stopt na een klein kwartier rijden. Als we vragen
of we stoppen vanwege een plaspauze of technisch mankement, krijgen we een vrij
droog antwoord: 'Neenee, cake!'. We liggen in een scheur als we wat dames zien
uitstappen bij een lokale bakker om cake en brood te kopen en zijn toch
lichtelijk verbaasd om te zien dat de busreis blijkbaar ook bedoeld is voor
korte boodschapjes. Moet iemand nog langs de stomerij?
Groene en gele rijsvelden trekken aan ons voorbij terwijl de
buschauffeur er rustig op los toetert. Toch maar proberen te slapen... Na een
tijdje maken de gekleurde, vaak half-afgebouwde huisjes met golfplaten daken
plaats voor adembenemende uitzichten over de groene mistige bergen,
bananenbomen-jungle en af en toe de zee.
Na een paar uur zien we de eerste typische Toraja-huisjes al boven de
grote bomen uitsteken en tegen het vallen van de schemering worden we afgezet bij
het ziekenhuis "Lakipadada" in Makale.
Het is een vrij open ziekenhuis met veel groene
binnenplaatsen en we kijken onze ogen uit. Onderweg naar de patiënten zien we
veel families die buiten (of binnen?) zitten te eten op kleedjes die ze hebben
meegebracht. Blijkbaar is het hier heel normaal dat voor elke patiënt er zeker
5 familieleden mee gaan om hem of haar te steunen. Het eten dat over is wordt
gretig opgegeten door de tientallen katten en honden die hier rondwandelen. Dan
komen we bij de patiëntenkamers, hier liggen zo'n 4-10 patiënten, met vaak nog
zo'n 3-4 familieleden met bagage, uiteraard een paar katten en kleden etc. dus
het was nogal druk op de kamers. Apart! Met een iPhone-lampje in de aanslag
gaan de anesthesiologen en kaakchirurgen alle patiënten langs om te kunnen
inschatten wat er de volgende dag gaat gebeuren/mogelijk is. Eigenlijk een
eerste consult. We zien allerlei patiënten, van babies tot dames van 70 jaar
oud, van kleine lip-schisis tot ernstige vormen van lip-kaak-palatum-schisis.
Als we vragen hoeveel patiënten we zullen behandelen wordt ons verteld dat zich
nu 15 patiënten hebben aangemeld, maar dat er vannacht en morgen misschien nog
wel meer komen. Dan is het al laat en worden we naar een hotel gebracht waar we
natuurlijk nog even kunnen genieten van wat nasi goreng.
De volgende dag moeten we vroeg op: er wordt ons verteld dat
we daar om 7 uur moeten zijn, dus 6.30 vertrekken. We staan 6 uur in de hal
voor het ontbijt, als enige. Als er om 6.15 nog niemand is realiseren we ons dat
we weer eens te vroeg/stipt zijn. Om 7.00 komt de eerste dokter aangewandeld en
beginnen we de dag. Na het ontbijt, op naar het ziekenhuis waar we aangenaam
verrast worden door de prachtige operatiekamers. Strak, wit en duidelijk nieuw.
Nadat iedereen de kleding heeft aangetrokken en de vragenlijsten zijn afgenomen
wordt om 9 uur 's ochtends de eerste patiënt op tafel gelegd. Twee
MKA-chirurgen, dus steeds 2 patiënten op tafel. Om de beurt wordt er
geassisteerd en de dag vliegt voorbij. Behalve de 2 OK's voor de
schisispatienten is er een derde operatiekamer waar we ook regelmatig even
mogen gluren; zo'n 5 keizersnede's en 2 blinde darm operaties worden netjes
uitgevoerd door een ander chirurgisch team. Onwijs indrukwekkend, zeker als
blijkt dat een van de babies dood geboren wordt. We moesten even slikken. Maar
keep in mind, we zijn hier om andere patiënten te helpen, dus geen tijd om hier
heel erg over in te zitten! Tussen het harde werken door wordt natuurlijk wel
lekker gegeten en gedronken. Tegen 4-en staat er een lekker fruitdrankje voor
ons klaar. We proberen te raden wat er in zit... Banaan, kiwi, misschien wat
appel? Neejoh! Er wordt ons verteld dat er 'Terong Belanda' ofwel Nederlandse
Eggplant in zit, slechts 1 fruitsoort en er wordt verbaasd gereageerd als we
vertellen dat we dit in Nederland helemaal niet kennen.. "In Belanda no
Belanda Eggplant?!" We schieten weer in de lach en beloven dat we deze
fruitsoort mee zullen nemen naar Belanda en het daar Indonesian Eggplant zullen
noemen.. Om ongeveer 12 uur 's nachts zijn
we klaar met opereren. Even nakletsen en nog wat drinken en dan is het tijd om
weer terug te gaan naar het hotel. Moe maar voldaan vallen we als een blok in
slaap.
Wij dachten mooi even uit te slapen na deze zware dag, maar
nee! De patiënten moeten worden gecontroleerd! Nadat we bij de meesten het gaas
of verband hebben verwisseld stappen de doktoren op de bus terug naar Makassar,
behalve 1 die achterblijft en verantwoordelijk is voor de patiënten. Wij gaan
terug naar het hotel, even wat rust hebben we wel verdiend vandaag.
's Avonds eten we in café Aras, babi kecap en Bintang, dat
hebben we stiekem toch wel een beetje gemist in het voornamelijk Islamitische
Makassar! We raken aan de praat met de eigenaar, Aras, en hij vertelt dat hij
vroeger gids was in deze omgeving en later hoofd reisleider was maar nu gestopt
is en lekker z'n eigen toko runt. Hij kent veel goede gidsen in de buurt dus we
vragen zijn nummer voor de volgende dag.
Aras regelt een driver en een gids (Feri) die zeer goed
Engels spreekt en geboren en getogen is in Toraja. We rijden langs de
traditionele dorpjes en Feri vertelt ons veel over de tradities en rituelen van
de Toraja's.
Eind 19e eeuw kwamen de Nederlanders in Indonesië en de
Toraja's geloven dat ze hier vooral goede dingen hebben gebracht, zoals de wegen,
scholen en het Christendom. Ongeveer 90% is hier nog steeds Christelijk, 5%
Islamitisch en 5% traditioneel Toraja-geloof. Ondanks dat het geloof is
veranderd, houdt de bevolking nog een hoop tradities in stand. Zo heeft elke
familie zijn eigen 'Tonkonan', een of meerdere traditionele huisjes met soms
een groot huis ernaast om in te wonen. Niet alle familieleden wonen hier nog,
sommigen verhuizen naar Borneo of Java, maar iedereen weet waar zijn of haar Tonkonan
is en kan hier altijd naartoe terug keren om te wonen en te werken op het
bijbehorende land. Je mag nooit trouwen met iemand van je eigen Tonkonan! Ook
heeft elke familie vlakbij de Tonkonan een eigen Simbuang, een megaliet. Hoe
hoger deze steen, hoe belangrijker de familie en hoe breder de steen, hoe
groter de familie. Wanneer iemand sterft wordt de dode gebalsemd en in de
Tonkonan bewaard totdat de familie genoeg geld heeft om de begrafenis te
bekostigen. Het beroemde ritueel wordt gehouden vlakbij de Tonkonan en Simbuang
en er wordt een soort dorp gebouwd van bamboe waar de familieleden kunnen
worden ontvangen. Dit is dan ook de eerste plek waar we aankomen als we door Feri
worden meegenomen naar een begrafenisceremonie. We drinken koffie en thee met
de broer van de overledene en mogen wat foto's maken van de omgeving en de
prachtige kist, maar het beroemde ritueel ligt even stil omdat er op dit moment
weinig familieleden zijn, maar wij kijken onze ogen uit!
Daarna rijden we door naar Ke'te Kesu, maar we nemen een
alternatieve route waardoor we een heel stuk over een onverharde, modderige weg
gaan waar de driver de koppeling (zelfde woord in het Indonesisch!) op de proef
stelt. Langs de prachtige Sawa's ontmoeten we veel lieve kinderen en oude mannen
zonder tanden. Onderweg zien we mooie waterbuffels en steeds mooiere
Tonkonan's. Feri vertelt ons dat de waterbuffels hier een soort statussymbool
zijn, Hoe groter en dikker de waterbuffel, hoe rijker de familie. Hoe meer
waterbuffel-hoorns bevestigd aan de voorkant van de Tonkonan, hoe rijker de
familie. Vooral de albino waterbuffels met zwarte vlekken en blauwe ogen zijn
erg gewild en kosten soms meer dan een grote auto! Er wordt dan ook goed
gezorgd voor de waterbuffels, ze worden zo'n 3x per dag gewassen en worden niet
gebruikt om te werken op het land, want dan worden ze dun! Feri vertelt lachend
dat soms de eigenaar dun is van het werken, maar de waterbuffel vet! En vroeger
toen hij klein was vroeg zijn vader: 'Is je waterbuffel schoon?' Maar nooit of hij
zelf al had gedoucht!
Na een tijdje rijden komen we aan bij de uit rots gehouwen
graftombes waar blijkbaar hele families in liggen begraven. Als er iemand bij
moet maar er geen plek is, wordt de vorige gewoon even uitgepakt en opnieuw
ingepakt voor extra ruimte. Wel gezellig, zo met z'n allen!
Dan is het alweer tijd om naar huis te gaan, morgen een
nieuwe dag!
9 Uur 's ochtends worden we weer opgehaald door Feri, dit
keer alleen en met een andere auto. Lachend vragen we of de andere auto kapot is
en hij zegt heel serieus: 'Ja, de auto is stuk, iets met de koppeling..'
Vandaag gaan we naar Batutumonga, de berg op! Eerst komen we
langs een ander soort graf, uit de berg gehouwen maar verschillende kisten
gestapeld op 2 palen die uit de rots steken.. Wederom hele families in 1 kist,
welke soms nog wel eens naar beneden valt door rot van het hout... We schrikken
als Feri een schedel vastpakt en deze in Lawrence' hand drukt. 'Look!' zegt
hij: 'Gigi!' Er missen behoorlijk wat tanden van deze
schedel, oorzaak parodontitis? We maken snel een foto en leggen de schedel
terug, creepy! Ook pakt Feri later een onderkaak van een van de waterbuffels
die bevestigd is aan de voorkant van een van de huisjes en haalt er 2
voortanden uit, nee dat is echt geen probleem, ze hebben er zoveel! Kunnen we
lekker oefenen als Dokter Gigi!
Dan beginnen we aan een lange weg door wederom modderige,
slecht geasfalteerde wegen maar langs de meest indrukwekkende uitzichten en
kleine dorpjes waar de kinderen en andere bewoners graag even met ons kletsen
en vragen waar we vandaan komen. We komen kleine puppies en kittens tegen en
enorme albino waterbuffels die zorgvuldig worden gewassen door hun eigenaren,
we zien grote adelaars zweven in de lucht die genieten van een zojuist gevangen
muisje, specialisten de Simbuangs uithouwen en ook zien we hoe nieuwe graven
worden gemaakt in een grote rots en mogen we ook even binnen kijken (in een
lege). Na een lange dag met prachtige foto's en veel te veel informatie om te
onthouden komen we in een tropische regenbui aan bij het hotel.
Het is tijd om te eten. Morgenochtend weer naar het
ziekenhuis voor patiëntcontroles. Gauw weer meer verhalen en foto's. Geniet
ervan!
Selamat malam!
Anatomie les van Dr. Lawrence
Incisief van een waterbuffel
Doodskist tijdens de begrafenisceremonie
Babi voor en Babi na het ritueel..
Rotsgraven
Kippetjes versieren
Tonkonan
Albino waterbuffel
Adopteren?
Nieuwe bijbaan
Lawrence in z'n Tonkonan